Het verleden wijst uit dat regelgeving en controle door de overheid, op juiste toepassing van wetgeving en cao’s, noodzakelijk is. Relatief nieuw is dat de inlenenende organisaties meer en meer leveranciers moeten gaan controleren. Controle is nodig omdat de belangen en verleidingen groot zijn en de huidige wet- en regelgeving zo complex is dat er veel ‘misgaat’

De overheid heeft als taak om goede en handhaafbare regels op te stellen en die te controleren. Meer en meer verantwoordelijkheid wordt echter bij de inlener belegd. Als reactie hierop hebben inleners hun inleenbeleid aanscherpt om forse naheffingen en boetes te voorkomen. Onderdeel hiervan zijn (dure) audits bij leveranciers/ bemiddelaars van personeel. Een ruling of horizontaal toezicht van de Belastingdienst is ook een veel geziene maatregel.

Tijdgevers vs. tijdnemers
In de discussie van eerlijke flex-wetgeving zijn twee type spelers het belangrijkst. Tijdgevers en tijdnemers. Tijdnemers betalen tijdgevers. De belangen zijn groot. Tijdgevers willen goed worden behandeld en gecompenseerd worden voor de tijd (kennis/inspiratie) die ze beschikbaar hebben gesteld. Tijdnemers willen winst maken door hun kosten laag te houden en/of meer omzet te boeken.

Wet en regelgeving en controle daarop is nodig Rond 1860 zei Thorbecke: ‘Wat door de kracht van de burgerij kan worden te weeg gebracht, al duurt het iets langer, dat moet de wetgever niet willen doen’. Het was een liberaal die het daar niet mee eens was. Samuel van Houten constateerde dat er op grote schaal misbruik werd gemaakt van kinderen. Arbeiders, waaronder kinderen, moesten 7 dagen per week, 12 uur werken. In 1874 zijn hiertegen spelregels opgesteld door de overheid. En dat was maar goed ook. Tijdnemers zaten in een negatieve spiraal van het verlagen van kosten over de rug van arbeiders/kinderen. Het kinderwetje van Van Houten werd overigens niet nageleefd. Pas toen in 1889 de arbeidsinspectie werd opgericht, en daadwerkelijk ging controleren, ging het beter.

Complexe regels, anno 2015 is de situatie anders.
Wetgeving zoals die tegen kinderarbeid, slechte werkomstandigheden en kwetsbare werknemers blijft nodig. Echter, vragen de huidige economische en sociale om nieuwe regels. De wetgeving die vanaf de jaren 50 is ontwikkeld, werkt niet meer. De jaren 50 wetgeving en cao’s zijn ouderwets en teveel gericht op het vaste dienstverband en het in de watten leggen van werknemers. >> Het verleden wijst uit dat regelgeving en controle door de overheid, op juiste toepassing van wetgeving en cao’s, noodzakelijk is. Relatief nieuw is dat de inlenenende organisaties meer en meer leveranciers moeten gaan controleren. Controle is nodig omdat de belangen en verleidingen groot zijn en de huidige wet- en regelgeving zo complex is dat er veel ‘misgaat’. Als reactie op de huidige ontwikkelingen (bijvoorbeeld flexibilisering) schieten de overheid en vakbonden volledig door. Ze hanteren de normen van de jaren 50 en proberen de flexibilisering terug te dringen. Daarnaast komt de overheid met wetgeving als reactie op relatief kleinschalige incidenten. Nieuwe wetten zoals de Wet Werk en Zekerhheid en (ontbrekende) wetgeving rondom zelfstandig ondernemers zorgen er juist voor dat organisaties nog meer hun vlucht zoeken in flex en ingewikkelde inleenconstructies. Terwijl dit juist niet het doel was. Iedereen worstelt nu met complexe en dure regels die niet doen waarvoor ze eigenlijk bedoeld waren. Wij zien hoe profit en non-profit organisaties problemen hebben met de huidige wetgeving en cao specifieke afspraken. Hieronder een aantal praktijkvoorbeelden van de toepassing en betekenis van de nieuwe Wet aanpak schijnconstructies (WAS) en Wet Werk en Zekerheid (WWZ) die per 1 juli (volledig) zijn ingegaan.

Inzet van zzp in de praktijk
Er zijn ongeveer 1 miljoen zzp’ers in Nederland. Ondanks de nieuwe modelovereenkomsten, is het (om vooral fiscale redenen) nog steeds niet toegestaan om zzp’ers onder leiding en toezicht te laten werken. Zeker niet als het een bestaande functie betreft. In de praktijk zie je dat communicatieadviseurs, recruiters, programmeurs, leraren, pakjesbezorgers, steigerbouwers, et cetera als zzp’er worden ingehuurd. Ondanks dat deze zzp’ers over een VAR beschikken, werken ze vaak onder leiding en toezicht van de inlener en op een bestaande functie. Worden de huidige regels zuiver toegepast, zullen deze organisaties naheffingen en boetes opgelegd krijgen. PostNL overigens niet omdat zij een (onbegrijpelijke) ruling heeft gekregen van de belastindienst t.a.v. pakketbezorgers. Het slechte is dat deze regels er niet zijn voor de zzp’er of opdrachtgever. De regels zijn er vooral voor de Belastingdienst. Zij lopen anders inkomsten mis. Gelukkig controleren ze niet al te scherp, maar dat kan veranderen nu de Wet Aanpak Schijncontructies is aangenomen.

Zzp: Wiebes kan organisatiebreed naheffingen opleggen De wetgeving rondom zzp is verslechterd. Wiebes heeft de VAR een nieuw en duurder jasje gegeven; de modelovereenkomsten. Dit kost de opdrachtgever meer tijd en geld dan een VAR. Voor Wiebes was de wetswijziging belangrijk omdat hij de handhaving voor de Belastingdienst gemakkelijker heeft gemaakt. Organisaties nu eerder en organisatiebreed boetes en naheffingen opgelegd worden. Denkt u veilig te zijn met een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst? Dan heeft u het mis. De feitelijke situatie t.a.v. de arbeidsrelatie geldt nog steeds.

De opdrachtgever is aansprakelijk
Een zzp’er onder leiding en toezicht laten werken bij uw organisatie is spelen met vuur. De kans dat een organisatie wordt gecontroleerd is niet groot maar de naheffing en boetes wel. In het kader van de stelling ‘vertrouwen bij externe inhuur is goed, controle is beter’ ben ik van mening dat organisaties bij de inzet van zzp’ers de doorleners (o.a. broker, Managed Service Provider en bureaus) scherp moeten controleren. Zijn de processen op orde? Worden de juiste voorwaarden toegepast? Zijn de dossiers op orde? Is het contractsjabloon goedgekeurd door de Belastingdienst? Kunt u boetes en naheffingen contractueel echt verhalen op de bemiddelaar? In de praktijk gaat er (zonder dat het nodig is) nog veel mis met betrekking tot aspecten die de opdrachtgevers zelf kan beïnvloeden. Het zzp-risico kan alleen geëlimineerd worden door geen zzp’ers meer in te zetten. Maar als u wel zzp’ers inzet, regel en controleer dit dan zo goed als mogelijk. Bedrijven zoals PostNL vragen een ruling aan bij de Belastingdienst of hebben horizontaal toezicht. Dit biedt bedrijven de meeste zekerheid.

WAS en WWZ zijn gedrochten Andere voorbeelden zijn de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) en Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Deze nieuwe wetten leiden tot ontslagen, nieuwe constructies om de starre en dure ontslagregels te ontwijken en extra administratieve lasten en kosten voor het bedrijfsleven. Deze wetten zijn te snel in elkaar gezet. De wetten zijn te omzeilen. De reactie van Asscher op de kritiek is veelzeggend. Hij zegt te vertrouwen op de werkgevers. Het tegendeel zal gebeuren. Zelfs de rijksoverheid en gemeenten lozen hun flex en payrollkrachten. Waarom? Vaste werknemers worden in Nederland te goed beschermd (Bron: OECD indicators on Employment Protection Legislation 2013) en hebben daarnaast goede voorzieningen in het geval van werkloosheid. Daarnaast moeten werkgevers zieke werknemers twee jaar lang doorbetalen. Dit valt nog te verzekeren maar de premies gaan bij ziekte fors omhoog. Zeker voor MKB-bedrijven is dit niet te overzien. Samengevat: naast piek, ziek en strategische personele flexibiliteit, zie ik door de nieuwe regels een nog grotere (ongewenste) vlucht naar flex.

Inleners aansprakelijk voor doen en laten leveranciers
Een gevolg van de Wet aanpak schijnconstructies is dat inleners van personeel (nu nog meer) verantwoordelijk zijn geworden voor het doen en laten van hun leveranciers. Houden leveranciers zich niet aan de wet of cao, dan is de inlener vaker aansprakelijk. Inleners krijgen daarmee een nog grotere verantwoordelijkheid en kosten naar zich toegeschoven. In het kader van de stelling ‘vertrouwen bij externe inhuur is goed, controle is beter’ zullen de inlenende organisaties (in plaats van de overheid) de contracten en administratie van leveranciers en bemiddelaars moeten controleren. Zijn de raamcontracten aangepast zodat de inlener het recht heeft om schade en boetes te verhalen op de leveranciers? Past de leverancier de juiste cao toe? Stort de doorlener ook af op de G-rekening? Et cetera…

Hoe verder? Vakbonden, de overheid en werkgeversorganisaties zijn in hun regelgeving doorgeschoten. Dit is niet goed voor Nederland, werkgevers, werknemers en zzp’ers. Voorlopig zullen we het met de huidige wet- en regelgeving moeten doen. Werkgevers, werknemers en zzp’ers zijn creatief. Voor de langere termijn ben ik hoopvol. Ik verwacht dat de politiek, vakbonden en werkgeversorganisaties uiteindelijk hun verantwoordelijk pakken en met nieuwe regels komen die passen bij huidige arbeidsmarkt. De politiek loopt wel vaker achter op de ontwikkelingen. Goede ideeën zijn er genoeg.

Corné van der Linde is oprichter en adviseur bij het onafhankelijke adviesbureau Labor Redimo. Labor Redimo helpt organisaties bij het verbeteren van de werving van personeel (vast en flex) .