De transitievergoeding is de nieuwe ontslagvergoeding. De transitievergoeding gaat de kantonrechtersformule vervangen per 1 juli aanstaande.
Maar het is meer, het is de nieuwe “verbeterde” versie van de ontslagvergoeding.

De transitievergoeding dient ook betaald te worden bij het aflopen van een tijdelijk contract (van rechtswege, maar denkt u aan de aanzegtermijn) dat minstens twee jaar heeft geduurd.

Dat de transitievergoeding ook betaald dient te worden bij het aflopen van een arbeidsovereenkomst (dat minstens 2 jaar heeft geduurd) maakt dat uitzendkrachten ook in aanmerking kunnen komen voor een transitievergoeding, zelfs in fase A.

Hervorming van de arbeidsmarkt
De arbeidsmarkt wordt hervormd. De wet werk en zekerheid zal hier een aanzet toe moeten maken.
Mensen moeten enerzijds sneller in aanmerking kunnen komen voor een vaste baan (denk aan de verkorte ketenregeling), maar het moet ook makkelijker worden om iemand te ontslaan. Door een maximum in te stellen voor de ontslagvergoeding van € 75.000,- of maximaal één jaarsalaris wordt het in veel gevallen goedkoper om iemand met veel dienstjaren te ontslaan.
Het doel is om de mobiliteit op de arbeidsmarkt te vergroten. Voor de flexibele arbeidsmarkt geldt dat deze steeds dichter tegen de reguliere arbeidsmarkt aan komt. Vast wordt minder vast en flex wordt minder flex

Dit jaar is het jaar waarin het verschil tussen flexibel werken via een uitzendbureau en hetzelfde werk verrichten via een vaste aanstelling kleiner gemaakt wordt. De toepassing van de Inlenersbeloning wordt vanaf volgende maand (30 maart 2015) verplicht vanaf de eerste werkdag en niet meer vanaf de 27e werkweek. Hierdoor zal het verschil in beloning kleiner worden en mocht na 1 juli de arbeidsovereenkomst worden beëindigd zal de uitzendkracht bij voldoende arbeidshistorie bij dat uitzendbureau ook recht op een transitievergoeding krijgen.
Het werkgeverschap van een uitzendbureau bestaat bij het hebben van een opdracht. En dat is de reden dat de bureaus nu ook de transitievergoeding in de loonkostenfactoren gecompenseerd willen hebben. Dat is fair, maar hoe het gaat uitwerken is nog onduidelijk. Hoe vaak zal de transitievergoeding daadwerkelijk uitbetaald worden? Dat blijft (nu nog) afwachten.

En er zijn ook bureaus die bewust gaan sturen op de arbeidsduur of de duur van de arbeidsovereenkomst van uitzendkrachten. Zij willen niet boven de twee jaar uitkomen om de transitievergoeding te ontlopen, zij zullen hun opdrachtgevers moeten vertellen dat de maximale inzet van een goede flexkracht maximaal 2 jaar is. Dat staat weer haaks op het uitbreiden van het fasesysteem. Per 1 juli wordt fase B immers met twee jaar verlengd en is het mogelijk om mensen 4 jaar (of maximaal 6 contracten) tijdelijk inzetten!

De prijs van flexibiliteit
De transitievergoeding wordt in de uitzendbranche de prijs die betaalt moet worden voor lange flexibele (tijdelijke) inzet en daarmee wordt het verlengde fasesysteem toch minder toegankelijk. Dit past bij de wet werk en zekerheid, die ervoor moet zorgen dat mensen eerder een vaste baan krijgen. Er moet eerder een keuze gemaakt worden en dat is ook de enige zekerheid die de wet werk en zekerheid vooralsnog in zich heeft.
Hoe hoog wordt de prijs voor flexibiliteit? Hoeveel kost de keuze “blijven via het uitzend- of payrollbureau”? En is dit het waard? De component in de loonkostenfactor maakt het in ieder geval – op termijn – redelijk onzichtbaar (er zal gewenning optreden…) en daardoor wordt het verlengde fasesysteem weer prima toegankelijk.