Wat moet je een bureau betalen voor gedetacheerden, freelancers of uitzendkrachten? Het is voor veel organisaties lastig om hiervan een reële inschatting te maken. De TarievenTool™ biedt hierin uitkomst. ‘Het gaat erom dat je verstandig met je geld omgaat.’
Als je een uitzendkracht inschakelt, weet je als organisatie meestal op voorhand vrij goed wat hij of zij gaat kosten. De wet heeft geregeld dat uitzendkrachten niet minder mogen verdienen dan vaste medewerkers, dus daar is over het algemeen weinig onduidelijkheid over.
Maar hoe zit het met andere externen? Met freelancers bijvoorbeeld? Of met gedetacheerden? Wat is dan een redelijk tarief? Hoe zorg je dat je dan niet te veel betaalt, maar – minstens zo belangrijk – ook niet te weinig? Het laat zich over het algemeen maar lastig vergelijken, getuige ook tot op het allerhoogste niveau gevoerde discussies over ‘dure zzp’ers’.
Licht in de duisternis
Labor Redimo heeft in 2005 de TarievenTool™ ontwikkeld voor meer licht in de duisternis. De tool werkt voor gedetacheerden en freelancers met zogeheten ‘richtlijntarieven’, waarmee een organisatie zelf kan bepalen wat een redelijk uurtarief is voor een bepaalde functie of opdracht.
‘Jaarlijks analyseren en benchmarken wij voor meer dan 60 opdrachtgevers ca. 2 miljard euro aan uitgaven van externe inhuur. Door onze kennis en ervaring kunnen wij voor elke organisatie reële richtlijntarieven uitrekenen’, vertelt Bertrand Prinsen, een van de directeuren van Labor Redimo.
Een TarievenTool™ wordt altijd op maat ingericht, gebaseerd op het volume, salarishuis en de arbeidsvoorwaarden van de inlenende organisatie. Het totale jaarsalaris – dus inclusief de loonkosten en de aanvullende arbeidsvoorwaarden – wordt door middel van het aantal werkbare uren per jaar teruggerekend naar een redelijk uurtarief met een minimum en maximum per inhuursegment.
Referentiepersoon als uitgangspunt
Een manager met een inhuurbehoefte, heeft meestal een ‘referentiepersoon’ in gedachten. Dit is een belangrijk ijkpunt. Want door aan de hand van dit ijkpunt de jaarkosten van een vaste medewerker – dus inclusief pensioenen en andere secundaire arbeidsvoorwaarden – te berekenen, is een vergelijking met een uurtarief voor een flexibele medewerker goed te maken, volgens Bertrand Prinsen. ‘Dan heb je een afwijking van hoogstens een paar euro.’
Zit een ‘referentiepersoon’ bijvoorbeeld midden in overheidsschaal 10, dan komt er een richtlijntarief van ongeveer tussen de 60 en 70 euro uit. Op basis van feedback van de doelgroep en onze kennis wordt daarbij ook een ‘margecomponent’ bepaald, de vergoeding voor het bureau dat de kandidaat bemiddelt.
De tool wordt in de loop der jaren steeds rijker, zodat ook steeds duidelijker wordt wat gangbaar is en wat niet. ‘En soms zie je exotische functies’, zegt Prinsen. ‘Dan is er niet direct een vergelijkbaar tarief voor handen. Maar meestal is er wel iets te vinden wat ook zo’n functie benadert.’
Richtlijntarief = voorschrift?
De TarievenTool™ is natuurlijk niet bedoeld om dwingende voorschriften op te leggen. Organisaties kunnen ervan afwijken zoveel ze willen. ‘Maar je kunt er zowel het bureau als de medewerker goed mee uitleggen wat een redelijk inhuurtarief is. En door de bandbreedtes geef je zowel de afdeling inhuur als de inhurend manager nog enige vrijheid.’
Leidt dat er niet toe dat alle vacaturehouders aan de bovenkant van de bandbreedte gaan zitten? Het is niet Prinsens ervaring. ‘Daarmee zou je de inhurend managers tekort doen. Het gaat beide kanten op. Het is echt niet alleen bedoeld om alle tarieven naar beneden te krijgen. Maar het is ook niet bedoeld om meer uit te geven dan nodig. We geven bewust een minimum en maximum aan. We denken namelijk dat inhurend managers best zelf kunnen inschatten of iemand qua niveau aan de onder- of de bovenkant van een bepaalde bandbreedte zit. Op het totaal gaat het erom dat je verstandig met je geld omgaat.’
Toch weer het uurtarief
De TarievenTool™ werkt met uurtarieven. In de praktijk komen tegenwoordig ook allerlei andere betalingsafspraken voor, van Statement of Worktot stuksprijzen. Maar ook dan ‘gaat het altijd om een ruil tussen tijd en geld’, zegt Prinsen. ‘Elke zzp’er rekent zelf ook: dat is zoveel uur werk met een bijbehorend tarief. En ik zie zelf in de praktijk juist weer steeds vaker het uurtarief terugkomen als uitgangspunt. In de IT bijvoorbeeld ben je meestal onderdeel van een team. Dan werkt een uurtarief echt het handigst.’
De TarievenTool™ kan organisaties helpen om af te stappen van de methode ‘wat de gek ervoor geeft’, zoals Prinsen het noemt. ‘We zien in de praktijk dat zeker 92 procent van de tarieven keurig binnen de bandbreedtes valt, ongeveer 8 procent wijkt af. Maar dan is de uitzondering dus wat het is: een uitzondering. Dat vinden veel opdrachtgevers fijn. Want dan hebben ze echt de regie te pakken.’
Geef een reactie