alleen voor leden

Eind juni werd het rapport “Proviting from dependency” gepubliceerd. In dit rapport zijn de resultaten gepubliceerd van het onderzoek van Fairwork en Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) naar Poolse arbeidsmigranten in Nederland verzameld over de periode 2012 tot 2015. De onderzoekers spraken met meer dan honderd Poolse arbeiders in heel Nederland over loon, discriminatie, uitbuiting en seksuele intimidatie, gezondheid en gebrek aan zorgverzekering, sociale isolatie en werkdruk.

Wet aanpak Schijnconstructies

En de uitkomst van het rapport was natuurlijk uitgebreid in het nieuws. De nieuwsberichten hierover waren niet mals. Er werd gesproken “er is nog steeds veel mis in de uitzendbranche”, alsof alles in de uitzendbranche vroeger per definitie mis was. Dat is natuurlijk niet zo. Maar bureaus die overuren niet uitbetalen, teveel inhouden voor belabberde huisvesting en veel te hoge kosten in rekening brengen bij de uitzendkrachten voor vervoer. Ja, die bestonden vroeger en die bestaan dus nog steeds.

Er zijn gelukkig ook veel bureaus die vanaf hun oprichting alles volgens de regels hebben gedaan en nog steeds doen. Maar daar ging het rapport en het nieuwsitem niet over. Het rapport ging over de noodzakelijke toepassing van de Wet Aanpak Schijnconstructies. (Weet u nog dé succes-wet van Minister Asscher, die unaniem werd aangenomen in de beide kamers.) En de handhaving die de overheid zou moeten optuigen in plaats van te vertrouwen op de zelfregulering in de branche.

Het rapport laat zien dat de WAS nog niet door iedereen netjes wordt nageleefd. Volgens SOMO en Fair Work is dit mede toe te schrijven aan de falende zelfregulering van de uitzendbranche.

Zelfregulering

Dit was de voorzitters van de ABU en NBBU tegen het zere been. Want er is juist heel veel gedaan in de zelfregulering! De SNCU – in de volksmond de cao politie – is opgericht, het SNA register is beschikbaar en er is een keurmerk voor huisvesting. Ik snap dat het rapport als een klap in het gezicht heeft gevoeld en het is goed dat de voorzitters zich verantwoordelijk voelen. Maar zelfregulering is iets anders dan het opsporen van een misdaad, waar de uitbuiting van (Poolse) medewerkers volgens mij onder valt. Zelfregulering in de uitzendbranche houdt in dat je de eigen leden onderwerpt aan strenge regels en deze voortdurend controleert o.a. door middel van de SNCU en de SNA. De leden dienen zich aan de gestelde eisen te houden en ik denk dat de voorzitters dat over het algemeen* goed op orde hebben.

Maar verreweg de meeste uitzendbureaus zijn geen lid van een branchevereniging zoals de ABU of de NBBU**. Ze zijn nergens lid van. Dus hoe kan de uitzendbranche (de ABU en de NBBU) deze bureaus reguleren? Hoe weten ze dat deze bureaus bestaan? Ze hebben onmogelijk zicht op alle 11200 uitzendbureaus die ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel.

Ik weet daarom niet goed hoe ik de reactie van de voorzitters moet interpreteren. Zijn ze nu echt op hun tenen getrapt? (Waarom?) Ze kunnen de, op het achtuurjournaal getoonde, beelden en verhalen toch niet ontkennen? En… het zijn toch niet de leden van de ABU of de NBBU? Dat het een smet is op de gehele branche dat begrijp ik. Het maakt ook veel duidelijk en dat zou de voorzitters juist hoopvol moeten stemmen.

Vrije branche

De conclusie van het rapport is duidelijk. De zelfregulering in de branche is alleen voor leden en dat is de reden dat het systeem faalt. Immers alle bureaus die zich aan de regels willen houden, dit uit willen dragen en op die manier hun opdrachtgevers willen interesseren overwegen een lidmaatschap van de branchevereniging omdat dat inmiddels gelijkgesteld wordt met een keurmerk (zelfregulering).

In de uitzendbranche kan iedereen zomaar beginnen. Je hebt er geen diploma, uitzendbewijs of bewijs van goed gedrag voor nodig. Iedereen kan zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel en starten.

Ik vertrouw op de goede intenties van de mensen, dus ik denk dat de meeste startende bureaus dit met de juiste bedoeling doen, maar ik denk ook dat een lidmaatschap van een branchevereniging niet de eerste prioriteit is bij het starten van een onderneming.

Het zelfreinigend vermogen van de branche is mooi om op te vertrouwen, maar alleen vertrouwen op zelfreinigen… Er is altijd ergens een blinde vlek. En in de uitzendbranche is de blinde vlek dus heel groot.

Opdrachtgevers aan zet

Blijven de misstanden dan voorkomen? Ja, die blijven voorkomen zolang er opdrachtgevers zijn die niet weten hoe het werkt, als opdrachtgevers te goed van vertrouwen zijn en de bureaus niet controleren. Dat zijn overigens ook de opdrachtgevers die door onwetendheid veel risico’s lopen. Zij weten bijvoorbeeld niet dat zij zelf (ook) aansprakelijk zijn voor het juist betalen van de ingeleende medewerkers.

De aanpak van de malafide bureaus begint bij de opdrachtgever. Want zodra de opdrachtgever weet hoe het zit, zal hij de risico’s van het in zee gaan met een malafide bureau echt niet meer willen nemen.

 

*) Ondanks dat een lidmaatschap van een branchevereniging wordt gezien als een keurmerk biedt een lidmaatschap geen absolute zekerheid! Er kunnen altijd fouten gemaakt worden. In de interpretatie van cao regels bijvoorbeeld waardoor uitzendkrachten niet krijgen wat ze horen te krijgen.

**) De ABU heeft ruim 500 leden, de NBBU ongeveer 1000 leden.