Het lijkt als het ware op een script uit een film. Zij het een hele slechte film, dat wel. Een
werkgever heeft een tijd lang liggen slapen en wordt wakker in een
tijdperk waarin het inzetten van ZZP’ers opeens zoveel mogelijk aan banden wordt gelegd. Al slapende heeft hij geen notie genomen van alle voortekenen, ideeën (herinnert u zich de BGL-constructie nog?), VAR-verschuivingen, etc. En opeens is er een DBA-wet, voor de taalpuristen onder ons: een Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties. Een wet waarmee de betreffende werkgever opeens in actie moet komen als hij ervoor wil zorgen dat hij geen boetes, naheffingen en/of extra personeel krijgt.
Even los van het slechte script en de harde werkelijkheid; het is toch bijzonder hoe dergelijke wetswijzigingen zo laat pas ‘paniek’ veroorzaken binnen het bedrijfsleven? Nog geen drie weken geleden hoorde ik de term DBA-wet slechts mondjesmaat voorbij komen tijdens vergaderingen en informele overleggen. En daar waar erover werd gesproken was het ook nog eens slechts fluisterend. De meeste bedrijven reageerden laconiek met een mening ‘we zien wel hoe het gaat lopen’. Maar nu 1 mei als harde datum wordt genoemd, er nadrukkelijk door de Belastingdienst wordt gehamerd op de implementatieperiode van 1 jaar en natuurlijk de naheffingen die met terugwerkende kracht tot 1 mei 2016 kunnen worden geïnd, komt ZZP-inlenend Nederland in beweging. Gelukkig maar…
Terug naar het script, of eigenlijk terug naar de titel van deze column. Immers, beide hebben een directe link met het beroep toneelspeler (er is een branche-modelovereenkomst te vinden van artiest op de site van de Belastingdienst). Want eigenlijk zouden we de hele DBA-wetgeving in relatie kunnen zetten tot het opvoeren van een toneelstuk. Daar ik mezelf nu zelfs al cryptisch begin te vinden zal dat voor de lezers hiervan al wel helemaal het geval zijn. Daarom probeer ik het wat duidelijker uit te leggen.
De meeste bedrijven beginnen in te zien dat het noodzakelijk is om modelovereenkomsten op te gaan stellen, te downloaden en in te gaan richten. Hiermee lijkt het alsof ze direct gevrijwaard zijn voor premie-inning, boetes, etc. Maar in werkelijkheid is een dergelijke modelovereenkomst niets anders dan het script waarin de rol beschreven staat van de ZZP’er binnen de bedrijfsfilm. Om ervoor te zorgen dat het ook echt een film wordt zal de regisseur ervoor moeten zorgen dat de ZZP’er zich ook aan zijn rol houdt (overigens zonder hem te vertellen ‘hoe’ hij of zij dat moet doen, maar wel ‘wat’ hij of zij moet doen).
Dat het van belang is om de modelovereenkomsten op te stellen (en eventueel te laten toetsen door de Belastingdienst) en vervolgens af te sluiten met de ZZP’er staat buiten kijf. Maar vele malen belangrijker is het in mijn ogen om ervoor te zorgen dat deze ZZP’er ook daadwerkelijk werkt conform hetgeen afgesproken is. Alleen dan heeft het nut om deze hele exercitie aan te gaan. Het blind aangaan van papieren tijgers kost namelijk alleen maar tijd, papier en dus geld. Laten we ons daarom vooral richten op het proces erna. Hoe zorgt een bedrijf ervoor dat ze bij een toetsing door de Belastingdienst niet door het ijs zakt?
Veel intermediairs hebben na lang wachten gemeend een nieuw gat in de markt te hebben gevonden. Zij bieden verlossing door gebruik te maken van prachtige overeenkomsten (al dan niet door 3 partijen ondertekend) welke tussen de ZZP’er en de intermediair en de opdrachtgever en de intermediair afgesloten worden. Maar helpt dat dan bij de controle achteraf? Mijn economische achtergrond is niet universitair maar ik voorzie dat de marges die deze partijen vragen voor deze ‘oplossing’ nimmer kostendekkend zal zijn wanneer er toch niet gewerkt wordt ‘buiten dienstverband’ door de ZZP’er. Dus of ze kennen een risicodekkende oplossing die ik nog niet ben tegengekomen, de risicobeperkende maatregelen zijn slechts schijn of ze tekenen hun doodsvonnis. En daar ik me niet kan voorstellen dat bedrijven zich doelbewust willen laten martelen door de Belastingdienst zal het een van de andere twee opties zijn.
Overigens zeg ik met bovenstaande niet dat het onverstandig is om een intermediair of broker in te gaan schakelen. Zeker niet omdat zij extra capaciteit kunnen bieden daar waar het gaat om het inzichtelijk maken van de ZZP-populatie van het bedrijf, kunnen faciliteren bij het afsluiten van de modelovereenkomsten en de dossiers compleet kunnen maken voor de opdrachtgevers. Zaken waar grote ZZP-verbruikers geen tijd voor hebben. Maar denken dat je met deze oplossing klaar bent gaat me ook weer wat te ver.
Genoeg voor zover over de ZZP’ers die ook echt zelfstandig zijn en ook als zodanig acteren binnen bedrijven; geen gezagsverhouding, vrij vervangbaar en/of geen loon (ooit een ZZP’er op non-factuurbasis ingezet?). Want van de 928.279 ZZP’ers die Nederland in 2015 rijk was, is natuurlijk een deel niet echt als zelfstandige te bestempelen. En wat gaan we daar mee doen? Deze groep past op geen enkele wijze in een modelovereenkomst en al zouden ze passen, dan vallen ze uiteindelijk toch door de mand wanneer er een controle (handhaving zoals dat zo mooi heet) door de Belastingdienst plaatsvindt.
Als je als bedrijf dan toch bezig gaat met het beleid op dit gebied, zorg er dan ook direct voor dat de onechte ZZP’ers ook een plek kunnen krijgen. De eerder genoemde intermediair/broker kan hierbij natuurlijk wel een goede rol krijgen. Want als zij de optie van payrolling (of hoe je dit ook wilt noemen) ook aan kunnen bieden zou dit een alternatief zijn. Uiteraard kan de opdrachtgever er ook voor kiezen om de man of vrouw zelf in dienst te nemen dan wel kan er afscheid genomen worden van de NZZP’er (de niet zelfstandige zonder personeel). En dat laatste kan volgens mij nooit de bedoeling zijn geweest van onze scriptschrijver Staatsecretaris Wiebes. Hoewel… Het zou de film een stuk interessanter maken wanneer de hoofdpersoon (of hoofdpersonen in dit verband) geen lang en gelukkig leven krijgen. Het is immers geen Walt Disney productie.
Alvorens ik bovenstaande snapte of überhaupt kon schrijven was ik een paar dagen, enkele seminars en webinars, vele internetpagina’s en de nodige brochures verder. Hoe simpel de wetwijzigingen ook is (uit de oude wet is slechts geschrapt en is niets toegevoegd), de uitwerking ervan is niet zo eenvoudig. In actie komen is dus nodig en doe het dan ook direct goed. Ofwel; herschrijf het script naar uw eigen organisatie, kies de hoofdrolspelers bewust en houd zelf de regisseurspet op. Alleen dan is een happy end verzekerd.
Geef een reactie