Ambitieloos verbeteren werkt niet
Helaas hebben de meeste inleners van personeel weinig ambitie met betrekking tot de inleen van personeel. Verbeteringen op het gebied van inleen (en instroom) komen daardoor onvoldoende van de grond. Terwijl een effectief en efficiënt ingerichte flexibele schil een belangrijke bijdrage kan leveren aan de continuïteit en besturing van een organisatie. De inleenambitie is vaak te eenzijdig gericht op verhogen van de compliance en verlagen van de tarieven. Hierdoor gaat te weinig aandacht uit naar de toegevoegde waarde voor de operatie.
Belang van een goede inleenambitie
Het belang van een goede inleenambitie (visie) is groot. Een bestuurbare, beschikbare, slim opgebouwde, betaalbare, kwalitatieve flexibele schil wordt steeds belangrijker voor de continuïteit van organisaties. Het ingeleende personeel maakt tegenwoordig al snel 10 tot 40% uit van het totale personeelsbestand. Daarnaast zal de inleen- en arbeidsmarkt de komende jaren sterk veranderen door de vergrijzing, toename van ZZP’ers, een in het algemeen sterkere fluctuatie in de vraag naar de diensten en/of producten en het verdwijnen van het onderscheid tussen vast en flexibel personeel. Tot slot zullen organisaties afhankelijker worden van leveranciers om de juiste man op de juiste plaats en tijd te krijgen tegen de juiste voorwaarden. Zonder ambitie is het onmogelijk om organisatiebreed de benodigde veranderingen te realiseren.
Aan de slag
Het is dus tijd voor de inleners van personeel om aan de slag te gaan met de inleenambitie. En dat hoeft helemaal geen zweverig of academisch verhaal te worden.
Om de inleenambitie te bepalen zijn er verschillende praktische methodieken. Labor Redimo gebruikt meestal de”Ambitieanalyse”. In het kort; waar sta ik nu? Waar droom ik van? De droom vertalen wij in een concrete inleenambitie. Labor Redimo adviseert inleners om de inleenambitie gezamenlijk met alle belanghebbenden (inclusief de belangrijkste leveranciers) te definiëren. Belangrijke input zijn trends, het InleenVolwassenheidsmodel ®, referentieprojecten en een goede analyse van de huidige stand van zaken. Als de inleenambitie duidelijk is, kan een verbeteragenda worden opgesteld met duidelijke “targets” per jaar of kwartaal. Hierbij is het handig om “terug te plannen in de tijd”.
Voorbeelden
Ter verduidelijking van bovenstaande geef ik twee voorbeelden. Een restaurant werkt met veel flexibel personeel. Elke week was het een probleem om de juiste man, op de juiste tijd en plek te krijgen. De restaurantmanager droomde van een groep van enthousiaste medewerkers die zelf voor de juiste beschikbaarheid zorgen. Zijn droom is werkelijkheid geworden door samen met een leverancier een vaste groep studenten (vrienden) te selecteren, een online selfplanningsysteem te implementeren en de studenten extra te belonen wanneer de kwaliteit en beschikbaarheid goed is. Indien onverwacht meer personeel nodig is, regelen de studenten zelf extra capaciteit.
Tweede voorbeeld; bij een technisch bedrijf gunden klanten (eventuele) opdrachten pas enkele weken voor aanvang van grote projecten. De gehele organisatie was vlak voor aanvang van het project zeer druk en gestresst om het aantal benodigde techneuten te organiseren. Door het adhoc aanvragen van techneuten vlak voor aanvang van de werkzaamheden waren de inleenkosten hoger dan gewenst. Nog belangrijker was dat de kwaliteit van ingeleend personeel onder de maat bleef. De beste inleenkrachten waren al elders ingezet (o.a. bij de concurrent). Het technische bedrijf droomde van minder hectiek, een betere kwaliteit en lagere inleenkosten. Toen deze ambitie was geconcretiseerd begon de business (zeer langzaam) te veranderen. De salesmanagers benadrukken nu dat tijdige opdrachtverstrekking ook van groot belang is voor de eindklant. Inkoop stelt nu samen met de planningsafdeling een capaciteitsplanning op. Een bepaald deel van de inleenbehoefte wordt op basis van dit inzicht een half jaar van te voren vastgelegd (gereserveerd). Eventuele leegloopkosten bij het technische bedrijf worden uit de algemene middelen betaald. De angst voor leeglooprisico’s is daardoor weggenomen bij de P&L verantwoordelijke business unit managers.
Samengevat; Dromen, inleenambitie, agenderen, uitdragen en doen!
Geef een reactie